Etiket en de wijn, hoe lastig kan het zijn...
We leven in een tijd waarin je soms niet weet of dingen wel echt zijn. Je kunt zomaar opgelicht of voorgelogen worden. Sterker nog: met wijn gebeurt dat vaker dan je denkt. Stel, je vindt wijn heerlijk maar weet er verder niet zoveel van. Wat kies je dan in de slijter of in een restaurant? Ga je voor de prijs? Voor het mooiste etiket? Of voor dat etiket dat zo vol staat dat het wel goed móét zijn? Laten we eerlijk zijn: het is niet te doen. Dus ik heb een idee. Laten we er eens dieper op ingaan, maar dan zonder al die vage en lastige woorden. We kunnen elkaar tenslotte helpen, ook al kennen we elkaar niet. Want één ding bindt ons: wijn. En wijn is fijn.
Daar sta je dan in de slijter, starend naar al die verschillende etiketten. Waar begin je? Misschien bij dat kleurrijke etiket. Of dat ene met een kasteel erop, er staat tenslotte ook nog “Château”, dat moet wel goed zijn toch? Tot de medewerker vraagt: wat zoek je eigenlijk? Uhm… tja, wat zoek ik nou eigenlijk?
Proeven boven alles
Het allerbelangrijkste is proeven. Zo ontwikkel je je eigen smaak. Als je buurman een wijn geweldig vindt, kun jij hem nog steeds niet lekker vinden. “Ja maar dit is wel een grand cru uit 1998 hoor!” Ja dus? Wat kan jou dat schelen. Het gaat erom dat jij het lekker vindt. Of die fles nou 5 of 55 euro kost: jouw smaakpapillen moeten er blij van worden. Zelf ben ik geen Chardonnay-drinker. Meestal maak je me daar niet gelukkig mee. In combinatie met een gerecht kan het fantastisch zijn (meer daarover in mijn vorige blog), maar meestal is het niet mijn smaakplaatje. Geef mij maar een Sauvignon Blanc of Riesling. Vaak vinden Chardonnay-liefhebbers dat dan weer te zuur. En precies dat maakt wijn zo leuk: eindeloos proeven en ontdekken.
Wat zegt de wetgeving eigenlijk?
Oké, terug naar de etiketten. Er bestaat een wijnwetgeving die bepaalt wat er allemaal op een etiket moet staan. Verplicht dus. Simpel, zou je denken. Maar nee, want die regels verschillen per land. Dus hoe leg je nou uit waar je echt op moet letten?
Er zit natuurlijk een groot verschil tussen wijnen. Sommige wijnboeren produceren massaal, anderen maken kleine oplages van hoge kwaliteit. Een handige indeling is:
Tafelwijn: zonder specifieke herkomst of kwaliteitseisen.
Landwijn: streek moet vermeld worden.
Kwaliteitswijn: uitgebreide info verplicht, zoals druif, streek, land en opbrengst.
Je zou denken dat kwaliteitswijn altijd beter is, maar dat klopt niet helemaal. Er zijn genoeg wijnboeren die niet aan alle criteria voldoen en tóch een fantastische landwijn maken. Overigens mag een landwijn wel tafelwijn genoemd worden, maar niet andersom. Krijg je al hoofdpijn? 😉
En dit is pas de basis. We hebben het nu alleen over Europa, maar de “nieuwe wereld” hanteert weer andere regels. Eén praktische tip: check de achterkant van het etiket. Daar staat waar de fles is gebotteld. Een Zuid-Afrikaanse wijn die in Duitsland is gebotteld? Laat maar lekker staan. Bottelen doe je bij voorkeur in het wijnhuis zelf.
Laat je niet ontmoedigen
Voor nu zou ik zeggen, en ja, ik herhaal mezelf, proef vooral. Leer je smaak kennen, ontdek welke druif bij je past. Begin met oriënteren op druiven en kijk waar ze verbouwd worden. Zie je een fles zonder druif op het etiket? Vraag ernaar! In veel regio’s, vooral in Frankrijk, Italië en Spanje, is wettelijk vastgelegd welke druiven daar mogen groeien. Daarom staat de druif vaak niet op het etiket: voor insiders zou het duidelijk moeten zijn.
Wijn is ingewikkeld als je er weinig van weet. Maar laat je niet ontmoedigen, daar is het veel te leuk, en vooral veel te lekker, voor!